Oorsprong van de Panfluit.
De panfluit is een eeuwenoud muziekinstrument, dat op verscheidene plaatsen in de wereld is ontstaan. De meest bekende panfluit is de Roemeense panfluit. Deze is herkenbaar aan de gebogen vorm en zijn gemaakt van bamboe. De panfluit is gestemd met bijenwas. Halve tonen worden gemaakt door het veranderen van de richting van de luchtstroom. Zo kan er in alle toonsoorten gespeeld worden. Noortje speelt op 4 verschillende panfluiten:
- De sopraanpanfluit heeft 22 pijpen met een toonomvang van g1 tot g4;
- De altpanfluit heeft 26 pijpen met een toonomvang van c1 tot g4;
- De tenorpanfluit heeft 23 pijpen met een toonomvang van g tot a3;
- De baspanfluit heeft 21 pijpen met een toonomvang van B tot a2;
De sopraanpanfluit wordt het meest gebruikt vanwege het volume en de hanteerbaarheid.
Panfluit en andere instrumenten
Elke panfluit heeft een eigen timbre en eigen mogelijkheden. Oorspronkelijk werd de panfluit gebruikt in Roemeense folklore-orkesten, in combinatie met b.v. cymbaal, viool, accordeon en contrabas. Tegenwoordig is de panfluit ook samen met andere instrumenten te horen zoals orgel, piano, harp, clavecimbel, gitaar, viool, hobo, dwarsfluit en combo. Orgel en panfluit is een uitstekende klankcombinatie doordat de panfluit eigenlijk gezien kan worden als de voorloper van het orgel. Naast de traditionele (Roemeense) muziek kunnen vele muziekstijlen op de panfluit gespeeld worden, waaronder klassieke muziek, populaire muziek en geestelijke liederen.
Panfluitbouwers
De sopraan- en altpanfluiten waar Noortje op speelt zijn gemaakt door de panfluit bouwer Preda in Roemenie. De tenor- en baspanfluiten van Noortje zijn gemaakt door de Nederlandse panfluitbouwer Peter van de Poorten.